Verbinding en jezelf verliezen
Het voelt alsof je nooit goed genoeg bent geweest. Je verlangt naar relaties, maar zodra iemand te dichtbij komt, raak je in de war. Het is alsof de grenzen tussen jou en de ander vervagen – je weet niet meer waar jij ophoudt en de ander begint. Het gevoel van samensmelten is vertrouwd, maar ook beangstigend, want je verliest jezelf erin. Misschien heb je dit patroon geleerd in je jeugd, toen je je moest aanpassen om liefde of erkenning van je ouders te krijgen. Het gevoel dat je nooit genoeg was, leidde ertoe dat je jezelf steeds maar veranderde om erbij te horen of om liefde te verdienen.
Maar nu laat je dat niet meer toe. Je grenzen zijn ijzersterk en je hebt een sterk ontwikkeld gevoel van identiteit. Je hebt je eigen plannen, doelen en hobby’s waar je je volledig in kunt verliezen. Het lijkt alsof je geen connectie nodig hebt en alles alleen aankunt.
Toch is er diep vanbinnen een verlangen naar verbinding. Maar die connectie mag niet te dichtbij komen. In een relatie geniet je van samenzijn, maar na een tijdje raak je jezelf kwijt. Om jezelf weer te voelen, heb je afstand nodig – tijd om met je eigen dingen bezig te zijn. Uiteindelijk duw je je partner weg, omdat het moeilijk is om jezelf te blijven als je samen bent. Alleen zijn voelt daarom makkelijker en veiliger. In je eentje kun je trouw blijven aan wie je bent, zonder de angst om jezelf te verliezen in de ander.
Dit conflict – de behoefte aan verbinding en de angst om jezelf te verliezen – is zwaar. Door deze gevoelens te erkennen en ruimte te geven aan je innerlijke kind, kun je leren intieme relaties toe te laten zonder jezelf te verliezen.